De Nederlandse politie is er onder meer mee belast, om verdachten van misdrijven voor de rechter te brengen.
Helaas is onze politie daarin bepaald niet erg succesvol, met een oplossingspercentage van de misdaad van minder dan 20%. De Tweede Kamer roept al vele jaren dat het oplossingspercentage omhoog moet. Ik vraag me wel eens af of die roependen wel beseffen wat de definitie is, zoals Nederland die hanteert, als een misdrijf wordt geteld bij de categorie ‘opgelost’. Volgens de definitie die het CBS hanteert wordt een misdrijf geacht te zijn ‘opgelost’, als er een verdachte in beeld is (geweest). Voor een statisticus is dit een prima definitie, want als je die consequent door de jaren heen blijft hanteren, dan zijn in de tijd opeenvolgende percentages perfect met elkaar vergelijkbaar. Voor de beleidsman en zeker voor de politicus is deze definitie juist vreselijk slecht. Het getal zegt immers helemaal niets over het percentage van de aangegeven of opgespoorde misdaad dat werkelijk heeft geleid tot het veroordelen van een verdachte. Het percentage dat voor de statistiek geldt en wordt gepubliceerd is in elk geval veel te hoog en heeft hoogstwaarschijnlijk weinig met de werkelijkheid van doen. Er zijn bovendien misdrijven waarbij het werkelijke oplossingspercentage zonder veel onderzoek bij 100% ligt of dicht daarbij. Heling bijvoorbeeld. Niemand geeft het misdrijf ‘heling’ aan. Als gestolen spullen ergens aantoonbaar worden aangetroffen, bij iemand die niet de dief is, heb je automatisch de heler te pakken. Je hebt dan in elk geval bijna altijd meteen een verdachte, dus is het misdrijf in de huidige systematiek opgelost, ook al blijkt later dat je de verkeerde persoon hebt opgepakt. Heling is een misdrijf dat vrijwel automatisch een oplossingspercentage van 100% kent.
Hoe zou het toch komen dat het oplossingspercentage van de misdaad zo vreselijk laag is en zelfs daarbij nog veel te hoog wordt voorgesteld?
Het ligt voor de hand om als eerste te kijken naar de kwaliteit van het personeel. Waar haalt de politie zijn rechercheurs vandaan? Al vele decennia word je in Nederland pas rechercheur als je eerst veel ervaring hebt opgedaan (daar gaan we weer) als allround politie-ambtenaar. Dat verschuift natuurlijk de vraag, naar de achterliggende vraag: welke opleidings- en andere eisen worden er gesteld aan aankomende (all-round) politie-agenten? De opleidingseis voor gewone politie-agenten blijkt al jaren VMBO te zijn. Wie als gewoon agent veel ervaring heeft opgedaan, en natuurlijk ook aanvullende cursussen heeft gevolgd, kan in aanmerking komen voor de functie van rechercheur. Met alle respect voor mensen met VMBO, een grote maar tevens onmisbare groep mensen, zonder welke de hele samenleving zou stilstaan, maar het is niet het gezelschap waar de hoogste IQ-’s in worden gevonden, maar juist de laagste. Als ze die wel hadden gehad, hadden (verreweg de meesten althans) wel een hogere opleiding gekozen en genomen: MAVO, HAVO, VWO en/of HBO of universitair. Intelligentie kun je in het leven niet of nauwelijks verbeteren met aanvullende opleidingen en cursussen. Intelligentie is snapsnelheid. Hoe sneller je iets snapt hoe intelligenter. Die snapsnelheid blijft een leven lang vrijwel gelijk, of loopt bij een klein aantal slechts heel langzaam op.
De bevinding bij KPN was, en zelfs van alle psychologisch onderzoek wereldwijd is juist, dat er meer en betere werkresultaten komen naarmate het IQ hoger is. Door rechercheurs uitsluitend en voortdurend uit de laagste opleidingscategorie te kiezen, bouw je meteen volautomatisch ook de laagste resultaten in.
Dat is de precies de reden dat bij de politie al een aantal jaren lang voor de functies bij de recherche ook rechtstreeks van buiten mensen met HBO of een Universitaire opleiding worden geworven en worden aangenomen. Opmerkelijk is dat de politie daarbij bij haar marketing geen enkele voorkeur heeft voor welke studierichting dan ook. Kandidaten worden wel psychologisch getest, dus daar kun je je intelligentienormen vaststellen. Door echter alle studierichtingen gelijkwaardig voor het recherchevak te houden, krijg je niet de fine fleur van de universiteiten te pakken. Er is een wereld van verschil in intelligentie tussen een vrijetijdskundige of sinoloog enerzijds en een natuurkundige of astronoom anderzijds. De kwaliteit van de sollicitanten, in termen van intelligentie, interpersoonlijke effectiviteit en stevigheid is, zoals in deze website uitvoerig is uitgelegd, recht evenredig met het imago van deze werkgever bij de doelgroep. Ook qua marketing: middelen die je moet inzetten om de gewenste mensen te laten solliciteren, is met een zo brede scope ook nog eens erg duur. De kosten van de media zijn immers recht evenredig met het bereik van het medium. Deze aanpak is dus zowel erg duur als weinig effectief.
Het allerbelangrijkste is echter het volgende. De aangetrokken mensen van hoger niveau komen – net als bij KPN het geval was – terecht in een organisatie die in elk opzicht flink achter zal lopen bij de denk- en handelingssnelheid van de nieuwelingen. Bijna alle universitairen krijgen bij de politie een baas, die niet meer dan VMBO heeft. Dat is vragen om problemen. Het verloop van deze mensen moet dan ook, net als bij KPN, heel groot zijn. Het is ongetwijfeld ook hier: dweilen met de kraan open.
Heeft u trouwens het bericht in o.a. de Telegraaf van vorige maand, augustus 2016, gelezen over het oplossingspercentage voor moorden dat de politie van Wenen bericht? Dat is al sedert mei 2009 de volle 100% bij rond de twintig moorden per jaar. Het kan dus blijkbaar wel. Zou er al een kamerdelegatie in Wenen zijn geweest? Er zijn meer landen, steden en gebieden waar het oplossingspercentage hoog is. Indianapolis bijvoorbeeld.
Opgesteld 3 oktober 2016.